Amy Pieters is de afgelopen jaren een vaste waarde in de finales van het Nederlandse Loterij NK wielrennen voor vrouwen, maar de Zwanenburgse greep nog nooit de hoofdprijs. Wel werd de renster van Boels-Dolmans vorig jaar Europees Kampioene. Ze start op de VAM-berg met de ambitie om te winnen, maar ook met vraagtekens. Het Nederlandse Loterij NK wordt haar eerste wegwedstrijd van het seizoen. Wat kan ze? En hoe staat de concurrentie ervoor?
Wat baalde Pieters zichtbaar toen ze vorig jaar in Ede ‘slechts’ het brons om haar nek kreeg in het ook toen zeer goed bezette Nederlandse Loterij NK wielrennen. Toen sprak ze de hoop uit dat het er ooit nog van zou komen om de titel te veroveren. Maar ze zegt nu niet op voorhand dat het dit jaar gaat lukken. Daarvoor zijn er te veel onzekerheden. “Het jaar liep anders dan gedacht. Na het WK Baan in Berlijn in februari – waar ik met Kirsten Wild opnieuw wereldkampioene werd op de koppelkoers – had ik even rust. Maar toen ik wilde beginnen, waren de wedstrijden geannuleerd als gevolg van het coronavirus. Ik had me het voorjaar in mijn Europese kampioenstrui uiteraard anders voorgesteld. Ondertussen reed ik wel weer op de baan, maar het NK wordt mijn eerste wegwedstrijd. Dat is hét grote verschil met anders. Want toen had ik wel genoeg koersdagen in de benen om te weten of ik er klaar voor was.”
Verschillen met Ronde van Drenthe
Ze kent als oud-winnares van de Ronde van Drenthe de VAM-berg op haar duimpje. Maar toen ze onlangs na een baantraining in Assen het rondje van het Nederlandse Loterij NK wielrennen kwam bekijken, realiseerde ze zich dat er toch ook veel verschillen zijn met de route die hen dan wordt voorgeschoteld. “Het parcours is compact en daardoor heel anders dan het kampioenschap in voorgaande jaren was. In de Ronde van Drenthe rijd je vier keer de klim op en zit er meer tijd tussen de beklimmingen. Nu is dat iets van twintig keer en is het parcours kort en heel technisch. Het is leuk en uitdagend, maar het maakt het ook onvoorspelbaar. Ik weet niet goed hoe mijn vorm zich verhouden gaat ten opzichte van de anderen. En is het iets voor een klimster, een klassieke renster of een sprintster? Dit kampioenschap zal het echt moeten uitwijzen. Normaal rijd je een soort sprint de VAM-berg op en kun je langer herstellen. Nu zullen de klimmen wellicht meer doorwegen. Ik hoop in ieder geval dat we een mooi kampioenschap krijgen. Mijn team Boels-Dolmans is gebrand op de winst. Maar we zullen eerst even de tactiek door moeten gaan nemen. Ik heb die meiden nog maar heel weinig in het echt gezien dit jaar. Hoe staan zij ervoor, hoe voelen zij zich? Dat is ook belangrijk om te weten. Die trui is allereerst een doel voor de ploeg, maar natuurlijk zou ik graag het rood-wit-blauw dragen. Zeker nadat ik de Europese trui minder vaak aan heb kunnen trekken dan ik gedacht had.”
Met dank aan de redactie van CyclingOnline.nl