De Nederlandse titel bij de beloften is veroverd door Stijn Daemen. Hij won de sprint van vijf voor Mick van Dijke en Bodi del Grosso.
Smaakmaker Jens van den Dool (die de knuppel al vroeg in het hoenderhok gooide) kreeg geen loon naar werken, hij greep net naast de medailles met een vierde plaats.
Van den Dool kreeg gezelschap van Niels van Eekeren (VolkerWessels) en Jardi van der Lee (HSK Trias). Van achteruit sloten Mick van Dijke (Jumbo-Visma DT) en Bodi del Grosso (A Bloc) aan. Nadat Van der Lee wegviel sloten Stijn Daemen (A Bloc) en Nils Sinschek (Sunweb DT) aan. In de slotfase kwam niemand meer bij de eersten en toen sloeg A Bloc nadrukkelijk zijn slag.
Stijn Daemen was als Limburger onder de indruk van de klimmeters die er gemaakt moesten worden in Drenthe. “Zelfs iemand die de Limburgse heuvels gewend is, heeft hier zowaar afgezien. De opvolging van de klimmen is zwaarder dan je zo vooraf denkt. Ik voelde onderweg dat ik goed was en besloot daarom niet langer te wachten en mee te springen toen Sinschek in de tegenaanval ging. In de slotfase heb ik alles op de sprint gezet. Ik zorgde dat ik met goede snelheid naar beneden kwam om die te gebruiken om alles eruit te gooien op de laatste keienklim. Ik had nog voldoende over om te winnen. Heel bijzonder om dit gekke coronajaar toch zo te bekronen met een Nederlandse beloftentitel. Dat maakt dit jaar toch zeer geslaagd” aldus Daemen, die in maart derde was in de gewonnen Ronde van Groningen.
“Na die tijd heb ik eigenlijk niet meer gekoerst tot vorige week, toen ik Dwars door het Hageland reed. Ik heb daar in de aanval gereden met een paar sterke coureurs. Het was de investering die ik nodig had om hier te schitteren.”
Tekst: CyclingOnline.nl; Foto: Sportfoto