Het Nederlands kampioenschap voor de vrouwen is gewonnen door Anna van der Breggen. Zilver was voor Annemiek van Vleuten, brons voor Anouska Koster.
Jip van den Bos opende de koers namens Boels-Dolmans. Haar ploeggenote Anna van der Breggen sloot met Anouska Koster (Parkhotel Valkenburg) aan en de drie bepaalden rondenlang het koersbeeld. Maar vanuit de achtergrond kwamen Annemiek van Vleuten, Marianne Vos en Amy Pieters.
Van der Breggen kwam al in de tweede ronde op kop te rijden met ploeggenote Jip van den Bos en voormalig kampioene van Nederland Anouska Koster (2016). “Anouska wilde niet mee werken en we waren niet van plan haar mee te nemen. Nadat Jip aanviel, bedacht ze zich en later kwamen we weer met drie rensters voorop te rijden. Je kunt het een gok noemen om zo vroeg aan te vallen, maar ik denk dat het slim was dat we hier met een sterke ploeg van zes rensters de wedstrijd direct hard maakten. Als ik er niet in zou slagen om weg te blijven, dan zouden Amy Pieters en Chantal Blaak de aanval over kunnen nemen.”
Het was misschien de tactiek die eenlinge Annemiek van Vleuten opbrak. Die wist Van der Breggen niet te achterhalen, ook al reed de Zwolse in de finale nog lek. “Ik was niet echt in paniek. Mijn band liep niet heel hard leeg, het was een ‘leegloper’ en ik kon gelukkig snel een nieuwe fiets krijgen van de materiaalwagen. Toen ik die had, wist ik dat ik ging winnen. Het is mooi dat ik het kon afmaken dit jaar, ik hoefde niet perse te winnen, maar het is wel mooi om het laatste jaar in rood-wit-blauw te rijden” zei de kersvers kampioene, die na de Olympische Spelen in Tokyo stopt. “Voordeel van de fietswissel was dat ik een relatief schone fiets aan het publiek kon tonen bij de finish.”
Tekst; CyclingOnline; Foto: Sportfoto